Minister van Goede Zaken Bert Wilders over zijn ochtendroutine en dagelijkse rit naar Den Haag

Het is voor menig politiek geëngageerd pilsliefhebber geen geheim: de minister van Goede Zaken is een vroege vogel, een ochtendmens, en vertelt met trots over hoe hij elke ochtend terwijl hij naar Den Haag rijdt een of twee kratjes pils in de bijrijdersstoel heeft staan zodat hij onderweg kan genieten.
6:45 – “De wekker gaat. Mijn ‘Rise & Shine-dler’ playlist tettert door m’n appartement aan de rand van het bruisende Berlikum. Deze playlist heb ik speciaal samengesteld voor de ochtend; het is een eclectische mix van 90s pop en de soundtrack van Schindler’s List.”
6:55 – “Op mijn telefoon bekijk ik fanmail. Daarna open ik social media of WhatsApp om me voor te bereiden op de dag. Zo is er een grote groeps-app met ongeveer 40 collega’s. Niemand weet dit, maar ik zit daar zelf in met 5 verschillende onopvallende alter ego’s, zo is er altijd wel wat aan de hand. Ik zie dit als niets anders dan een ongewone manier om mijn collega’s scherp te houden! Op mijn dashboard in de auto heb ik doorgaans twee of drie telefoons die ik tijdens de heenrit gebruik om alvast wat reuring te scheppen in de kamer. “

7:10 – “Rond deze tijd is het vaak go-time. Ik vlieg in mijn slippers naar de woonkamer om te ontbijten. De meeste dagen ontbijt ik warm, maar dat ligt ook een beetje aan mijn vrouw.”
7:30 – “Om half acht is het tijd om het pils de auto in te laden. Dit doet mijn vrouw eigenlijk altijd, al heeft ze hier lang niet altijd zin in. Het gaat meestal om één of twee kratjes. Mensen vragen mij soms, ‘is dat wel verantwoord?’, dan leg ik ze uit dat ik lege kratten onderweg gewoon kan inwisselen bij een pilspunt, mocht dat dus nodig zijn.”
7:45 – “Voordat ik weg rijd wens ik de buurvrouw een fijn pasen en een goede nacht – dat is vaak pijnlijk want ze is dement en raakt enorm in de war hierdoor. Ik doe dit elke ochtend op een vast tijdstip omdat ze veel waarde hecht aan regelmaat vanwege haar toestand.”
7:55 – “Om klokslag vijf voor klokslag acht uur ga ik de weg op. Meestal heb ik het eerste pilsje al op voordat ik de wijk uit ben, als een voorzorgsmaatregel. De route is ongeveer 180 kilometer, en ik doe het meestal in ongeveer een uur.”
8:05 – “Ongeveer rond deze tijd ga ik de afsluitdijk op. Op de afsluitdijk is het soms best spannend inhalen, maar dat maakt het ook juist weer prikkelend. Gevaarlijk is het niet echt, maar als ik heel eerlijk ben scheelt het af en toe ook weer niet héél veel! Bovendien houdt de adrenaline me scherp, dus dat verbetert juist weer mijn reactietijd.”
Als we dit deel van het traject tijdens het interview bespreken valt Bert eventjes stil, zichtbaar peinzend voor enkele momenten, en vervolgt daarna: “Sommige mensen beweren dat ik een spoor van vernieling achterlaat met mijn ‘roekeloze inhaalacties’. Als iedereen net als ik ongeveer honderdtachtig zou rijden zou er geen noodzaak zijn voor mij om in te halen. De ándere bestuurders zijn dus eigenlijk verantwoordelijk voor de gevaarlijke situaties.”

9:00 – “Rond 9 uur kom ik dan meestal in Den Haag aan. Als ik nog pilsjes over heb stop ik die in mijn zakken. Bewakers keken aan het begin wel eens raar op van het gerinkel. Tegenwoordig zouden ze waarschijnlijk raar opkijken als ik níet met een pilsje in m’n hand naar binnen wandelde, hah hah.”
Een hectisch ochtendritueel dus. Toch lijkt Bert er altijd kalm onder te blijven. Dag in dag uit vervult hij zijn taak in de kamer, en thuis is hij ook nog eens een echte echtgenoot. Waar respecteer jij Bert het meest om? Laat het ons weten!
Houd ons in de gaten voor meer onthullende rapportages!